OVER DE FAMILIENAAM (VAN) MEIRHAEGHE 

 

Meirhaeghe… Van Meerhaege… Van Merhaghe… Van Meirhaeghe… Naamgenoten denken vaak dat ze tot een andere stam behoren en geen familie van elkaar zijn, omdat hun naam op een andere wijze wordt geschreven. Deze familiestudie heeft uitgewezen dat alle Meirhaeghes, met of zonder Van en hoe hun naam in al zijn varianten ook moge gespeld worden, allen tot één en dezelfde struik behoren en van één en dezelfde stamvader afstammen : Lodewijck van Meerhaghe (X.6) die omstreeks 1500 te Wortegem leefde. Alle naamsporen en alle stamreeksen leiden ons terug naar Wortegem, Walem en Meerhage, het plekje grond in het grensgebied van Wortegem en Ooike waar onze familienaam ooit zijn oorsprong vond.

 

 

1 DE SCHRIJFWIJZE


 

Laten we omtrent de schrijfwijze van onze familienaam eerst enige klaarheid scheppen.  Vandaag de dag is het zeker noodzakelijk dat de naam in officiële documenten eenvormig genoteerd wordt.  Iedereen kent de administratieve en juridische problemen die kunnen rijzen wanneer dit niet het geval is.  Toch is het zo dat er nog niet zo heel lang geleden zwaar geïmproviseerd werd wat de schrijfwijze van de namen betreft. Globaal kunnen we stellen dat de eerste vaste regels pas ingang vonden in de Napoleontische tijd (omstreeks 1800) met het invoeren van de Burgerlijke Stand. Toch treffen we in de loop van de 19de eeuw nog talloze verschrijvingen aan en het is pas vanaf de 20ste eeuw dat de schrijfwijze van de geslachtsnaam als het ware gefixeerd werd.

 

Tijdens het Ancien Régime - dit is de periode vóór de Franse Revolutie (1789) -  heerste een bijna absolute willekeur in het spellen van de namen.  We noteerden in de loop der eeuwen zeker meer dan 120 verschillende varianten! [1] Het is geen zeldzaamheid dat in één en dezelfde doopakte, de familienaam van de vader, van de boreling en van de broer van vader die het peterschap waarnam, op drie verschillende wijzen geschreven werd!  Eén van de oorzaken was dat de meeste mensen slechts gebrekkig of helemaal niet konden lezen en schrijven en dat de naam door de dorpspastoor of de klerk op het gehoor werd genoteerd. Het ging toen dus om een soort fonetische weergave van de naam. Het ligt voor de hand dat, zeker met een naam als de onze, een enorm aantal combinatiemogelijkheden en variaties mogelijk is.  In het dorp Huise alleen al treffen we in de 17de en de 18de eeuw een 40-tal varianten aan, waarvan bewezen is dat ze allemaal zonder uitzondering tot dezelfde familietak behoren.  We mogen ons dus niet mordicus vastpinnen op de schrijfwijze van de naam om bepaalde familieverbanden te leggen of te weerleggen.  Jan Merhage kan dus best de zoon zijn van Pieter Van Meerhaghe en de kleinzoon van Jacob Vanmeirhaege. 

 

Hieronder volgt een - onvolledige - lijst met de diverse schrijfwijzen van onze familienaam zoals we die tijdens het Ancien Régime in de streek van Oudenaarde en Tielt aantroffen.  In deze opsomming wordt de vorm waarbij Van en Meirhaeghe aaneen geschreven worden, omwille van de overzichtelijkheid buiten beschouwing gelaten.  Het spreekt voor zich dat daardoor het aantal mogelijke varianten aanzienlijk werd beperkt.

  

Mairhaeghe, Meeracker, Meeraege, Meerage, Meeraghe, Meerhaege, Meerhaegen, Meerhaeghe, Meerhaeghen, Meerhage, Meerhagen, Meerhaghe,  Meerhaghen, Meerhove, Meerove, Meihoven, Meiraege, Meiraegen, Meiraeghe, Meiraghe, Meirhaege, Meirhaegen, Meirhaegh, Meirhaeghe, Meirhaeghen, Meirhage, Meirhagen, Meirhaghe, Meirhaghen, Meirhave, Meirhoeven, Meirhove, Meirhoven, Meiriau, Meirra, Meirshaeghe, Meraeve, Meragge, Meraghe, Merau, Merehaghen, Merehove, Merhaege, Merhaegen, Merhaeghe, Merhaeghen, Merhage, Merhagen, Merhaghe, Merhaghen, Merhauwen, Merragge, Merraghe, Merrhaghe, Meijraeghe, Meyraege, Meyraeghe, Meyraghe, Mierage, Mierhaghe, Minraeghe Mirage, Miragge, Mirhaege, Mirhage, Mirhaghe, Mirrage, Mirragghe, Mirraghe, Mijrhaege, Mijrhaghe, Myraege, Myraeghe, Myrage, Myrhaeghe, Myrraghe…

 

Van Mairhaghe, Van Meeraege, Van Meerage, Van Meeraghe, Van Meerhove, Van Meerove, Van Meerhaeghe, Van Meerhage, Van Meerhaghe, Van Meeraeghe, Van Meihoven, Van Meirhaeg, Van Meiraege, Van Meiraegen, Van Meiraghe, Van Meirhaege, Van Meirhaegen, Van Meirhaeghe, Van Meirhaeghen, Van Meirhage, Van Meirhagen,  Van Meirhaghe, Vander Merehaghen, Van Meragge, Van Meraghe, Van Merhaegen, Van Merhaeghen, Van Merhage, Van Merhaghe, Van Merhaghen, Van Merhaege, Van Merhaeghe, Van Merogge, Van Merragge, Van Merraghe, Van Meirhoeven, Van Meirhoven, Van Meirra, Van Meirshaeghe, Van Meijraeghe, Van Meyraghe, Van Mierage, Van Mierhaeghe, Van Minraeghe, Van Mirrage, Van Mirragghe, Van Mirraghe, Van Mijrhaghe, Van Myrhaeghe, Van Myrraghe…

 

Deze verbijsterende hoeveelheid schrijfwijzen werd in de loop van de 19de en de 20ste eeuw drastisch herleid tot een beperkt aantal vaste vormen.  Bij het begin van de 21ste eeuw treffen we in België nog een 20-tal schrijfwijzen aan:

 

·       Meirhaeghe en Meerhaeghe

·       Van Meirhaeghe en Van Meerhaeghe, al dan niet aan elkaar geschreven.

·       Van Merhaeghe, al dan niet aan elkaar geschreven.

·    Een minderheid aan varianten waarbij de e en/of de h van haeghe wegviel zoals in: Meerhaege, Meerhage, Meirhaege, Van Meerhaege, Vanmeerhage, Van Meerhaghe, Van Meirhage,  Van Merhaege, Van Merhaegen.

 

Vandaag de dag kunnen onze naamgenoten dus verdeeld worden in twee groepen: die  mét en die zonder Van.  

 

·       Die met Van vormen van in den beginne en tot op heden, de overgrote meerderheid. De oorspronkelijke schrijfwijze van onze naam was dan ook Van Merhage.  Anno 2000 waren er in België vijfmaal meer mét van-s – 1051 personen of 84% - dan zonder van-s – 206 personen of 16% - geregistreerd.  Bij de mét van-s tellen we 51% Van Meerhaeghes, 42% Van Meirhaeghes en 7% Van Merhaeghes.

 

·      Alleen zij die tot de Kanegemse of West-Vlaamse tak behoren, zijn allen zonder Van-s en vormen daarmee een minderheid.  De Meirhaeghes van de eerste drie Kanegemse generaties (eind 17de - begin 18de eeuw) staan in de archiefstukken nog afwisselend als Meirhaeghes mét en zonder Van genoteerd.  Uit de handtekeningen van de broers Augustijn en Jacob Meirhaeghe, respectievelijk te Kanegem geboren in 1711 en 1715, kunnen we opmaken dat zij reeds kortweg met Meirhaghe en Meirhaege zonder Van tekenden.  Het voorvoegsel Van verdween te Kanegem definitief omstreeks 1740, dit is een eeuw nadat hun stamvader Jan Van Meirhaeghe van Nokere naar Kanegem verhuisde.  Daarmee verdween meteen ook de levende herinnering aan en de link met de streek van herkomst.  Anno nu tellen we tussen de zonder van-s 84% Meirhaeghes en 11% Meerhaeghes.  Ons zijn geen Merhaeghes bekend.

 

 

Frekwentie familienaam in België anno 2000

 

Van Meirhaeghe

342

Van Meerhaege

9

Vanmeerhaeghe

283

Vanmerhaege

9

Van Meerhaeghe

246

Meerhaeghe

7

Meirhaeghe

173

Vanmerhaegen

5

Vanmeirhaeghe

94

Vanmeirhaege

4

Van Merhaeghe

37

Meerhage

3

Meerhaeghe

23

Vanmeerhaege

2

Vanmerhaeghe

19

Vanmeerhage

1

 

 

Besluit : de schrijfwijze of de spelling van onze familienaam vormt op zich geen argument of bewijs om te besluiten of mensen al dan niet tot dezelfde familie behoren [2].

 

 

 

2 GEOGRAFISCHE SPREIDING


 

In de onderstaande tabel vindt u de geografische spreiding van onze familienaam over de Vlaamse provincies Oost- en West-Vlaanderen, Antwerpen, Limburg, en Vlaams Brabant, Brussel, Waals Brabant en de Waalse provincies (Luik, Namen, Henegouwen) samen [3] :

 

Naam

O.Vl.

W.Vl

Antw

Limb

Vl.Bra

Brussl

WaBra

Wallon

Meerhaeghe

5

11

0

0

0

0

0

7

Van Meerhaeghe

150

55

2

0

6

10

3

20

Vanmeerhaeghe

82

134

5

0

2

6

6

48

Meerhaege

0

2

0

0

0

0

0

9

Van Meerhaege

8

0

0

0

1

0

0

0

Vanmeerhaege

2

0

0

0

0

0

0

0

Meerhage

0

0

0

0

0

0

0

3

Vanmeerhage

0

0

1

0

0

0

0

0

Meirhaeghe

81

62

1

0

13

2

1

13

Van Meirhaeghe

187

61

63

0

11

6

0

14

Vanmeirhaeghe

52

36

2

0

0

2

0

2

Vanmeirhaege

4

0

0

0

0

0

0

0

Van Merhaeghe

21

0

0

0

0

2

0

14

Vanmerhaeghe

6

2

0

0

0

2

0

9

Van Merhaege

5

2

0

0

0

1

0

1

Van Merhaegen

0

0

3

0

1

1

0

0

Totaal : 1261

603

365

77

0

34

32

10

140

 

Commentaar bij bovenstaande tabel:

 

·       Veruit de meeste naamgenoten – 48% of bijna de helft van het totaal - wonen aan het begin van de 21ste eeuw nog steeds in Oost-Vlaanderen, d.w.z. in of dicht bij de bakermat Wortegem.

·       Bijna 30% woont in West-Vlaanderen en dan vooral in de streek van Tielt. 

·       Meer dan driekwart van alle naamgenoten woont in Oost- en West-Vlaanderen, meer bepaald tussen Leie en Schelde of in het gebied dat gevat ligt tussen de steden Tielt, Deinze, Gent, Oudenaarde, Ronse en Kortrijk.

·       In Wallonnië – vooral in de provincies Henegouwen en Luik – wonen bijna zoveel naamgenoten - 11% - als in Antwerpen, Vlaams-Brabant en Brussel samen, waar respectievelijk 6%, 3% en 3% Meirhaeghes wonen. In Limburg komt de naam niet voor.

·       Vandaag de dag wonen er om en bij de 1260 naamgenoten in België. Als vergelijkingspunt volgen hierna de afgeronde totalen van enkele verwante Wortegemse geslachten: Van(den) Dorpe (1640), Vande Woestijne (920), De Schietere (160), Vande Wiele (3100), Van Cauwenberghe (1480).  In vergelijking met namen als Janssens (32.000) en Willems (18.000), zijn dit redelijk bescheiden aantallen.

 

Pas vanaf het begin van de 17de eeuw verspreidden de Van Meirhaeghes zich over de buurdorpen van Wortegem – Ooike, Anzegem, Nokere, Moregem, Kruishoutem, Wannegem-Lede – om even later ook wortel te schieten te Huise, Zingem, Asper, Mullem, Ouwegem, Waregem, Tiegem e.a.  Vanaf de 19de eeuw verlaten ze de streek van Oudenaarde en omstreeks 1850 noteren we ook de eerste migranten naar Noord-Frankrijk.  Vanaf de 20ste eeuw zaaien de Van Meirhaeghes zich uit over Vlaanderen en de rest van ons land en vindt er een tweede migratiebeweging plaats naar Frankrijk, Noord-Amerika, en Canada, waar vandaag de dag nog talrijke naamgenoten leven.

 

 

3 HERKOMST


  

Om nu de herkomst – en de precieze betekenis - van onze familienaam te kunnen achterhalen, moeten we proberen om zo ver mogelijk terug te gaan in het verleden, teneinde de oudste schrijfwijze terug te vinden.  Op die manier vermijden we naamverklaringen te verzinnen die louter op fantasie berusten.  Een familienaam kan namelijk in de loop der tijden zodanig evolueren en verbasterd worden, dat we in de hedendaagse schrijfwijze nauwelijks nog de oorspronkelijke vorm herkennen.  Wie zou immers in de supersonische verschrijving Mirage nog het aloude Van Merhaghe kunnen herkennen?

 

Onze allervroegste naamgenoot treffen we aan in een oorkonde van de abdij van Ename uit 1247, waarin ene Willekin de Merhage te Ooike vermeld wordt. In het al eerder genoemde renteboek van de Gentse Sint-Pietersabdij uit 1281 worden o.m. Gertrudis en Walterus de Merhaghe genoemd tussen de cijnsboeren van de heerlijkheid van Walem te Wortegem. Het gaat hier tweemaal om een Latijnse tekst waarin we de Merhage als van Merhage kunnen vertalen en hier hebben wij dan ook de oudste schrijfwijze en de oorspronkelijke vorm die nog vrij is van al de fiorituren die daar in de loop van de eeuwen aan toegevoegd werden: Van Merhage. Meteen hebben we ook de oudste vindplaats en een idee over de plaats van herkomst van onze familienaam: ergens in de buurt van Ooike en Wortegem.

 

De meeste namen met het prefix Van (Vanden, Vander, Ver-) zijn afgeleid van een plaatsnaam of toponiem.  Het prefix Van verwijst dan naar de plaats van herkomst.  Dat zien we nog duidelijk in familienamen als Van Caeneghem, Van Tieghem, Van Parijs, die respectievelijk een wegwijzer bevatten naar Kanegem, Tiegem en Parijs als plaats van herkomst. De naam Van Merhage is dus eveneens afgeleid van een plaatsnaam, hoewel dit op het eerste gezicht niet zo duidelijk lijkt.

 

Deze familiestudie leerde ons dat minstens de eerste tien generaties Van Meirhaeghes, op een enkele uitzondering na, binnen Wortegem geleefd hebben. Ook die daarnet genoemde  naamgenoten uit de 13de eeuw woonden er. Zou er dan aldaar een plaats of gehucht bestaan hebben dat de naam Meerhage droeg?  Inderdaad!  Op de grens van Wortegem en Ooike ligt het gehucht Meerhage, waarvan er twee schriftelijke bewijsplaatsen zijn die terugreiken tot in de 10de en de 11de eeuw.

 

Het toponiem merahaga wordt voor het eerst vermeld in de al eerder vermelde schenkingsakte van 28 maart 965 waarbij Thodericus of Diederik, in naam van zijn overleden schoonvader Arnulf I, graaf van Vlaanderen, het goed Walem met zijn afhankelijkheden, die zich o.m. te Boezegem, Lozer, Ooike, Moregem en te Meerhage situeren, postuum schenkt aan de Gentse Sint-Pietersabdij.  We citeren een passage uit de Latijnse oorkonde [4]:

 

 

…qua propter Ego in Dei nomine Thodericus, gratia Dei Comes et Baldwinus et Ericus et Everwinus, ex voluntate et iussu seniores mei Arnolfi defuncti, (…) donamus et contradimus Deo sanctoque Petri sui iuris possessionem perpetuo possidendam, Walehem (Walem) dictam, cum omnibus apendiciis id est Bucingehem (Boezegem te Wannegem-Lede), Merahaga (Meerhage), Loceka (Lozer), Hoica (Ooike), necnon  Moringehem (Moregem), Ostrehem, sitam in comitatu Curtracince (Kortrijk) seu Tornacince (Doornik), cum omni integritate in culturis, pratis, pascuis, domibus et silva et quicquid speratur pars praedictae hereditatis…

 

 

Diederik schenkt dus in naam van zijn vader Arnulf aan de Sint-Pietersabdij, zijn persoonlijk bezit Walem, met alle afhankelijkheden, waaronder Merahaga met de volledige beschikking over de akkers, weiden, grasvelden, gebouwen en bossen. Een jaar later - op 5 mei 966 -bevestigt Lotharius III, koning van Frankrijk, de schenkingen van wijlen markgraaf Arnulf en daarin is er dit keer sprake van het plaatsje Merehaga [5]. Tijdens de 11de eeuw schenkt ene Appolonius aan diezelfde abdij van Sint-Pieters, voor de zielenrust van zijn moeder Heillewif, o.m. twee bunders gelegen te Merhaga en drie manschappen of laten – Werembold, Berta en Fretheswindis - die aan die grond gebonden zijn. We citeren : Appolonius tradidit sancto Petro pro anima matris sue Heillewif II bunaria sita in Merhaga et III mancipia Weremboldus, Berta en Fretheswindis [6].

Het is nu duidelijk dat in de familienaam Van Meirhaeghe de oeroude Frankische plaatsnaam Merahaga of Merehaga voortleeft en nu kunnen we ook de enige correcte verklaring of betekenis ervan achterhalen.

 

Deze schenkingen aan de Sint-Pietersabdij roepen toch wel enkele vragen op die van belang kunnen zijn i.v.m. het toponiem Meerhage.  In de oorsponkelijke schenkingsakte uit 964 worden dus een hele reeks domeinen of plaatsen geschonken die afhankelijk zouden geweest zijn van Walem.  Hoe die afhankelijkheid precies in elkaar elkaar zat is erg onduidelijk. Hoe kunnen plaatsen die in Frans-Vlaanderen liggen (Ostrehem) afhankelijk zijn van het Wortegemse Walem?  Hoe kunnen heelder dorpen als Ooike en Moregem afhankelijk zijn van een klein(er) domein als Walem?   Dat Meerhage afhankelijk was van Walem lijkt logisch vanwege hun nabuurschap, maar een eeuw later worden, zoals gezegd, twee bunders, gelegen op de Meerhage, geschonken aan de Sint-Pietersabdij.  Dat is merkwaardig omdat de Gentse Sint-Pietersabdij in principe reeds de Meerhage bezat.  Zou het kunnen dat de Meerhage – of bepaalde gronden die aldaar gelegen waren - toch nog op de een of andere wijze een zekere onafhankelijkheid of zelfstandigheid bezaten?

 

Het voorzetsel Van in het patroniem Van Meirhaeghe kan twee dingen betekenen. Ofwel dat de persoon die oorspronkelijk deze familienaam aannam - of toebedeeld kreeg - op dat ogenblik niet meer op de Meerhage woonde en zich elders gevestigd had.   In dit geval betekent Van Meerhage eigenlijk komende van de Meerhage. Maar het kon ook dat die persoon wel degelijk nog op de Meerhage woonde, waarbij Van Meerhage dan wonend op de Meerhage betekent. Deze studie wees uit dat de eerste naamdragers wel degelijk op de Meerhage woonden. Maar zij waren natuurlijk niet de enigen.  Waarom gebruikten zij dan wél en anderen niet de plaatsnaam als familienaam? Dat kan alleen maar geweest zijn omdat zij er de belangrijkste familie waren, de belangrijkste hoeve of de meeste gronden bezaten.  Het bezit van en bepaald onroerend goed kon immers ook aanleiding geven tot het ontstaan van familienaam, zeker bij de adel, maar ook bij niet adellijke families. Zo nam de Aalterse tak van de adellijke familie Van Zomergem de naam Van de Woestine aan toen die in het bezit kwam van een immens gebied dat de Woestine heette. Zo zal het bij de Van Meerhaghes ook in zijn werk gegaan zijn.

 

 

4 BETEKENIS


  

De plaatsnaam Merahaga en de daarvan afgeleide familienaam Meerhaeghe is samengesteld uit twee substantieven: mera - meer en haga -hage, waarin we de wortels mari en hago aantreffen.

 

·       Het Indogermaanse mari, in de betekenis van meer, zee, waterplas vinden we terug in het Oudsaksische en Oudhoogduitse mari, het Oudengelse mere, het Ierse muir en het Latijnse mare.  Een mere is een natte, moerassige plaats of laaggelegen vochtige grond. Een mere kan ook een stuk land zijn dat ingemeerd is, dwz. begrensd door een gracht of struikgewas [7].

 

·       Het oudfrankische hago betekent haag, bosje, struikgewas.  Een hage is dan een bosje laagstammig hout, lage begroeiing of struikgewas/kreupelhout dat als omheining (grens) fungeert.  Daarvan afgeleid kan het ook op de omheinde ruimte zélf slaan [8].

De Meerhage was dus oorspronkelijk, hetzij een laaggelegen, zompig, moerassig stuk grond, begroeid met op vochtige bodems wassend laagstamhout zoals elzen en wilgen, hetzij een door struikgewas (hagen) of grachten (meren) omheind of omsingeld terrein of domein. Dit domein kan ontstaan zijn toen de moerassige grond werd drooggelegd en geschikt gemaakt voor de landbouw.

 

 

5 SITUERING


 

Dat Merahaga reeds in de 10de eeuw geen anoniem stuk grond was, maar bij naam genoemd wordt, en bovendien in het gezelschap vertoeft van latere dorpen en heerlijkheden zoals Ooike, Moregem en Lozer, kan erop wijzen dat het een zekere belangrijkheid had en in ieder geval toen reeds bewoond werd.  Ook het opvallende gegeven dat de plaatsnaam tweemaal het begrip begrenzing of omheining  bevat – als mere én als hage – zegt iets over de vroege bewoning.

 

Op de Meerhage zullen enkele hoeven gestaan hebben waarvan er naderhand één – de belangrijkste - werd genoemd naar de plaats waar die zich bevond.  Ergens in de loop van de 12de of begin 13de eeuw, toen de allereerste familienamen in gebruik werden genomen, zal een uitbater van die Meerhage-hoeve op zijn beurt de naam van zijn woonplaats als familienaam hebben aangenomen om identificatie makkelijker te maken. In die dagen hadden de meeste mensen immers alleen maar een voornaam en dit kon al snel aanleiding geven tot onduidelijkheid en verwarring.  Zo werd de virtuele Jan-die-op-de-Meerhaghe-woonde Jan Van Meerhaghe en kon hij duidelijk onderscheiden worden van de andere plaatselijke Jannen die vanwege hun beroep, herkomst of uiterlijk respectievelijk Jan De Smet, Jan Van Peteghem of Jan Lanchals genoemd werden. Deze bijnaam werd vanaf dat ogenblik van generatie op generatie als familienaam doorgegeven en overgeërfd.  Aangezien familienamen pas vanaf de 12de eeuw in gebruik werden genomen, is het bijgevolg uitgesloten om onze stamboom nog dieper in het verleden terug te voeren.  We kunnen dus stellen dat we met onze genealogie tot bij de bron, tot bij de verste wortels zijn geraakt.

 

In de erfverdeling van Willem Van Meirhaeghe (zie infra V.1.4), geboren te Wortegem omstreeks 1340, vinden we tussen zijn eigendommen onder meer d’erstede te merhaghe en twee honderdlands te merhaghe.  Hieruit blijkt dat Willem Van Meerhaeghe, net als zijn voorzaten,  nog steeds op de Meerhage woonde en hoe innig de familienaam nog verbonden is met de plaatsnaam waaruit hij ooit ontstaan was. Elders zegden we reeds dat de heerlijkheid van Walem opgedeeld was in een aantal sectoren of roepen en dat één van de roepen de naam Gertrudis van Merhaghe droeg.  We vroegen ons af waar die roep van Gertrudis binnen het dorp gesitueerd kon worden?  Het antwoord vonden we in een archiefstuk uit 1451 waarin beschreven wordt hoe  Fransoys Van Meerhaeghe o.m. één bunder en 71 roeden land bezat, gelegen in Ghertruut van Merhaghe ande Meraghestrate [9].  De Meirhaegestraat, die vandaag de dag nog steeds bestaat, verbindt het Wortegemse Walem met Ooike en daar situeerde zich blijkbaar de roep van Gertrudis Van Merhaghe. Zoals de volgende toponiemen duidelijk maken – up walem cauter wijck vande meirhaeghstraete (ca 1700) en meirhaeghestraete beneden walemcautere (ca 1450) - bevond de Meirhaegstraat zich in de buurt van de Walemse kouters, dit is het oudste en belangrijkste in cultuur gebrachte landbouwareaal van Walem.  Merkwaardig ook hoe niet Walem, dat toch het centrum van de gelijknamige heerlijkheid was, maar de Meerhage die er slechts een onderdeel van was, de naam gaf aan het gehucht waar de Walemse kouters onder ressorteerden én aan de straat.

 

Onze betreurde neef Richard-Daniël Meirhaeghe – die te Ooike opgroeide en dus de plaatselijke situatie goed kende - wees ons er indertijd op dat de Meirhaegstraat, vóór de fusie van Wortegem(-Petegem) met een gedeelte van Ooike (1977), enkel op het grondgebied van Ooike gelegen was en niet te Wortegem. Inderdaad, het huidige Wortegemse gedeelte van de Meirhaegstraat heette, vóór de fusie van gemeenten, Ooikestraat en lag in het verlengde van de Meirhaegstraat die toen alleen te Ooike gesitueerd was (zie schetskaart Walem).  Na de fusie van gemeenten smolten beide wegen samen tot de ene Meirhaegstraat die de Kruishoutemsesteenweg op Wortegems grondgebied verbindt met de Karmstraat te Ooike.  Op de Ferrariskaart (ca 1775) en in de Atlas der Buurtwegen (1843) loopt er een weg vanaf het hof van Walem tot aan de plek waar de Meirhaegstraat op de Kruishoutemsesteenweg uitgeeft.  Die verbindingsweg tussen het hof van Walem en de Kruishoutemsesteenweg is er vandaag de dag niet meer, maar sporen ervan zijn nog wel te zien op luchtfoto’s van dat gebied (zie schetskaart Walem: stippellijn). Het ziet er naar uit dat deze straat sedert aloude tijden het hof van Walem, via de Meirhaege- en de Karmstraat, verbond met het centrum van Ooike. Moet het gehucht Meirhaege of de Meerhaaghoek dan eerder te Ooike gesitueerd worden?  Het is erg moeilijk om een gehucht precies af te bakenen, zeker in een ver verleden. In ons geval rijst nog een extra-moeilijkheid, aangezien het gehucht ressorteerde onder de heerlijkheid van Walem die zich over de dorpsgrenzen van Wortegem en Ooike uitstrekte.  Laat ons het er bij houden dat het gehucht Meerhaege zich, zoals we al zegden, in het grensgebied van Ooike en Wortegem situeerde.  Wat wél vaststaat is dat het leven op en rond de Meirhaegstraat en de Meerhaaghoek, precies door de afhankelijkheid van Walem, volledig op Wortegem en niet op Ooike georiënteerd was.  Ons onderzoek wees ook uit dat, met uitzondering van onze allereerste naamgenoot Willem en één 16de- eeuwse zijtak die zich te Oudenaarde vestigde, ongeveer alle Van Meirhaeghes tot omstreeks 1600 binnen de dorpsgrenzen van Wortegem woonden.  Pas vanaf de 17de eeuw, wanneer Wortegem te klein wordt voor de steeds verder vertakkende stamboom, schieten de Van Meirhaeghes definitief wortel te Ooike.

 

Het is nog hachelijker om het 10de- eeuwse Merahaga nauwkeurig te lokaliseren.  Richard-Daniël Meirhaeghe merkte ook heel pertinent op dat het moerassige Merahaga zeker niet in de onmiddellijke buurt van de Meirhaegstraat kan gelegen hebben.  Deze straat loopt namelijk langs de hoger gelegen, en dus droge Walemse kouters.  De laaggelegen, waterzieke gronden van de Merahaga moeten dus per definitie lagerop gezocht worden.  Enkele boogscheuten verder bevindt zich een gebied dat perfect in aanmerking komt als mogelijke ligplaats : het  dal van de Vranckaertbeek.  Deze beek die te Wortegem ontspringt, stroomt doorheen Ooike richting Wannegem-Lede en loopt over enige afstand parallel met de Meirhaegstraat.  Op de Ferraris-stafkaarten van omstreeks 1775 zijn die moerassige plekken nog duidelijk zichtbaar. Ze bevinden zich in het gebied dat begrensd wordt door de Meirhaegstraat, de Karmstraat, de Hulsthoekstraat en de Vranckaertstraat en vooral op beide oevers van de Vranckaertbeek  (zie ook grondplan van Wortegem en schetskaart van Walem).

 

In het hart van de Vranckaertbeekvallei ligt, op het grondgebied van Ooike, Dombos of Tombos.  Toponiemen die de wortel Dom of Tom bevatten, verwijzen vaak naar de aanwezigheid van een tumulus of naar een plek waar ooit een tumulus in het landschap aanwezig was.  Een tumulus is een door mensenhanden opgetrokken, aarden  grafheuvel die soms tot 10 meter hoog en 30 meter lang kon zijn, waarin of waaronder de gecremeerde resten van een rijke, Gallo-Romeinse villabewoner en zijn familie bijgezet werden. Te Ooike werden overigens meer Gallo-Romeinse sporen aangetroffen, o.m. een gouden medaille van Keizer Vespasianus (69-79) en een bronzen munt van Keizer Gallienus (253-268). Nu was er in de buurt van Tombos inderdaad een villa te vinden, met name de domeinhoeve die uitgroeide tot het latere hof van Walem. Zou het kunnen dat op Tombos ooit een tumulus gesitueerd was die bij de villa (= hof) van Walem hoorde en waar de villa-bewoner of herenboer zijn laatste rustplaats gevonden had? 

 

Nauwkeurige observatie van de schetskaart van de heerlijkheid van Walem, leverde een merkwaardige vaststelling op die van onze hypothese méér maakt dan alleen maar een gratuite veronderstelling. We constateren immers dat de grenslijn van de heerlijkheid van Walem, die in dit gebied zorgvuldig en volledig samenvalt met de dorpsgrens van Wortegem met Nokere, Ooike en Moregem, plots die grens overschrijdt en één kleine lus binnen het grondgebied van Ooike maakt.  Precies in deze lus ligt Tombos (zie schetskaart).  De aanwezigheid op deze plek van een tumulus die bij de villa van Walem behoorde, zou kunnen verklaren waarom de Tombos-appendix, die toch vrij dicht – in vogelvlucht amper 1 km - bij het centrum en de kerk van Ooike ligt, toch niet onder Ooike, maar onder het Wortegemse Walem ressorteerde. In (de buurt van) deze lus ook moet het Frankische Merahaga gesitueerd worden. Het is overigens geweten dat de Franken, in tegenstelling tot de Gallo-Romeinen die eerder de droge hellingen opzochten, niet te beroerd waren om zich op lagere en meer vochtige gronden te vestigen.  We menen dan ook dat de Meerhagewieg in de vallei van de Vranckaertbeek en in de buurt van Tombos stond. 

 

Als Meerhage in 965 reeds een naam en dus bepaald belang had - hetzij wegens zijn oppervlakte, hetzij wegens zijn bewoning, hetzij wegens zijn strategische plaats als grensmarkering - dan moet daar een hoeve gestaan hebben die er hoogstwaarschijnlijk eeuwen later nog stond.  Er is te Wortegem of te Ooike echter nooit een hoeve geweest die in de geschreven bronnen Te Meerhage heette, zoals er een hof van Walem was of een hoeve die Te Cauborre heette.

 

 

Op de Ferrariskaart (zie illustratie) staat langs de Meirhaegstraat - die de huidige Kuishoutemsteenweg te Wortegem met de Karmstraat te Ooike verbindt - anno 1775 een tiental hoeven en/of huizen aangeduid, die zich allemaal, op één enkele uitzondering na, aan de rechterkant van de straat – richting Ooike - bevinden. Eén van deze hoeven moet ooit d’erstede te Merhaghe geweest zijn, d.w.z. de oorspronkelijke stamhoeve van het geslacht Van Meerhaghe. Welke hofstede zou daarvoor in aanmerking kunnen komen?  In de wetenschap dat er in zes eeuwen – grosso modo tussen 1200 en 1800 - landschappelijk minder veranderde dan tijdens de voorbije zestig jaar en dat zeker belangrijke hoeven – zoals we verder zullen zien bezat stammoeder Gertrudis van Meerhaghe er anno 1280 de belangrijkste hofstede - een erg oud verleden hebben, is het misschien mogelijk om op deze Ferrariskaart de stamhoeve van Meerhaghe terug te vinden. Deze stafkaart wijst uit dat de bewoonde percelen langs de Meirhaegstraat, op twee na, slechts één, twee of drie stenen bouwsels (hoeven/huizen/schuren, woonhuis/overbuur) dragen.  Die eerste uitzondering betreft een perceel met vijf, weliswaar enigszins verspreid staande (3+2) stenen gebouwen, die deel uitmaken van wat ooit een belangrijk landbouwbedrijf moet geweest zijn.  Deze hoeve situeerde zich pal op de grens van Wortegem en Ooike, aan de tweede knik of scherpe bocht die de Meerhaegstraat daar maakt.  Een tweede kanshebber bevindt zich vijf percelen verderop, waar eveneens een vijftal stenen constructies (3+2) opgetrokken werden. De hoeve zelf is duidelijk afgegrensd, wellicht door een haag, zoals toen gebruikelijk was, en bevindt zich op de plek waar een voetweg vanuit Dombos uitmondt in de Meirhaegstraat.  Naast deze hoeve ligt een groot perceel zonder gebouwen, dat bij hoeve moet behoord hebben. Een voetweg begrenst trouwens langs drie zijden het gehele perceel, dat met de vierde zijde aan de Meirhaegstraat paalt. Deze Dombos-voetweg vormt overigens over een geruime afstand de grenslijn van de heerlijkheid van Walem op grondgebied Ooike.  Was één van deze twee hofsteden ooit de stamhoeve-Meerhaghe?  Beide hoeven bevinden zich bovendien op een zogenaamd strategische plaats : op een grens, respectievelijk de dorpsgrens én de grens van heerlijkheid van Walem. In onze familienaam zit, zoals gezegd, tweemaal het begrip begrenzing of omheining : enerzijds mere en anderzijds hage. Zou dit te maken kunnen hebben met de hierboven beschreven landschapssituatie?

 

*       *       *       *       *

 

Als Meerhaghe bosje bij plas betekent, dan wekt het verbazing dat dit toponiem niet op veel meer plaatsen in Vlaanderen voorkomt. Immers, zowat overal moeten bosjes bij plassen bestaan hebben.  Intens zoekwerk in alle mogelijke archiefbronnen leverde slechts een drietal extra Meerhaeghe-toponiemen op: 

 

·       In 1586 is er te Nukerke, een dorp tussen Oudenaarde en Ronse, sprake van een behuysde stede in nukercke ten meraeghe. Het is niet duidelijk of de plaatsnaam ten Meraeghe ontstaan is uit een landschapsgegeven (plas, bosje), of integendeel werd afgeleid van de familienaam van een grondeigenaar die Van Meerhaeghe heette.  Voor zover we weten woonden in die tijd geen Van Meirhaeghes te Nukerke [10]

 

·       Het Toponymisch Woordenboek van K. De Flou vermeldt er een tweetal die in Noord-Frankrijk of Frans-Vlaanderen en meer bepaald in de buurt van Saint-Omer gelegen zijn [11]:

-       La Mérague (versta: de Meerhage): eene landerij te Moulle en Houlle. Communes de Moulle et Houlle : 50 ares de betteraves à la Mérague (1909). Vertaald : gemeenten Moulle en Houlle : 50 aren bieten op de Merague.

-       La Meerhaghe : eene plaats te Houlle.  Gisant à la merhaghe, 1702, Houlle; à Houlle au Meraghe, 1858. Vertaald : liggend op de/te merhaghe, 1702, Houlle; te Houlle te Meraghe.

-       La Meerhaghe : eene plaats te Clairmarais. A Clairmarais, à la Mérague, 1858. Vertaald : te Clairmarais op de/te Merague.

 

Ook hier rijst de vraag of deze toponiemen al dan niet werden afgeleid van de familienaam van een naar Frankrijk geëmigreerde Van Meirhaeghe. Anderzijds biedt het landschap aldaar met zijn vele moerassen en wateringen ruim gelegenheid tot het spontaan ontstaan van het toponiem. Is het toeval dat Clairmarais het klare moeras betekent en dat het land alhier erg moerassig is en doortrokken met afwateringen en sloten?  Is het toeval dat de Meerhaghe in de buurt ligt van een gemeente, Clairmarais, waarvan een gedeelte van de naam dezelfde wortel heeft als onze familienaam :mari? Ook M. Gysseling omschrijft het toponiem Mere als une grande flaque d’eau entre Saint-Omer et Nieurlet [12]. F. Debrabandere vermeldt, naast het toponiem Meerhage in Wortegem en Ooike, ook een Meerhage in het voornoemde Nieuwerleet (Frans-Vlaanderen) en te Houlle (Pas-de-Calais) [13]. De relatieve recentheid van de vindplaatsen en vermeldingen wijzen echter eerder in de richting van de eerste verklaring, namelijk dat deze plaatsnamen van een patroniem werden afgeleid. Geen van bovenstaande toponiemen, die overigens vele eeuwen jonger zijn dan het Meerhaghe-toponiem onder Walem, gaf aanleiding tot het ontstaan van een familienaam of een tweede struik Van Meirhaeghe, zodat onze conclusie nogmaals bevestigd wordt: Wortegem is de bakermat van alle Meirhaeghes.

 

De Flou vermeldt verder nog een aantal personen met een aan het toponiem Meerhaeghe gerelateerde familienaam.  Eén van hen is Augustyn Meirhave, die in 1762 te Kanegem genoemd wordt en die – toevallig - de rechtstreekse voorvader is van de auteurs dezes.  Een tweede vermelding betreft een vooralsnog niet geïdentificeerde Jan van Meerhaghe die in 1617 genoemd zou worden in de Renten Disch van de  kustgemeente Klemskerke, waar volgens dezelfde auteur een stuck land bestond dat de meirie heette. Had deze Jan iets met dit toponiem te maken? We hebben geen weet van een Jan Van Meerhaeghe die omstreeks die tijd vanuit het Wortegemse naar de kust zou verhuisd zijn.

 

De oudste - en op het eerste gezicht meest interessante - vermelding betreft ene magister Gerardus de Maraghe, canonicus tornacensis of magister Gerardus de Maraghe, kanunnik te Doornik in 1228.  Het is echter zeer onwaarschijnlijk dat er in 1228, toen de prille struik Van Meerhaghe net wortel schoot in Walemse grond, reeds een hoogopgeleide kanunnik met Wortegemse roots zou geleefd hebben.  Ons onderzoek wees inderdaad uit dat die kanunnik geen Van Meirhaeghe was [14]. Deze foutieve link bij De Flou wordt sedertdien echter door verschillende auteurs (o.a. F. Debrabandere), zowel in publicaties als op het Internet, voor waar aan- en overgenomen [15]. Zelf troffen we Gerardus, zij het onder een enigszins gewijzigde naam, aan in de Regesta Pontificum Romanorum, betreffende pauselijke oorkonden uit de periode 1198 en 1304: Tornacum (Tournai [Doornik], Hennegau, B), canonicus, Gerardus de Maregio [16]. Dezelfde voornaam (Gerardus), een identiek eerste gedeelte van de familienaam (Mar), dezelfde functie (kanunnik), dezelfde plaats (Doornik) en dezelfde tijdssituering (13de eeuw): het gaat hier ongetwijfeld om de door De Flou geciteerde Gerardus de Maraghe.   Ook in het Biografisch Repertorium van de kanunniken die tussen 1080 en 1300 aan de O.-L.-Vrouwkathedraal te Doornik verbonden waren, wordt hij genoemd: Gerard de Maraiche, zoon van Thierry de Maraiche en Helvide N., die er tussen 1223 en 1261 kanunnik was [17]. Wellicht behoorde Gerard tot het notabel geslacht Maraige of Mariage [ook Marag(h)e, Mariaige, Ma(a)rege, Maraiche] dat actief was in Henegouwen en Frans-Vlaanderen en waarvan de oudst gekende ene Hugues, seigneur de Maarage of Maraige is, die omstreeks 1200 deelnam aan een kruistocht naar het Heilig Land.  De familienaam kan afgeleid zijn van het gehucht Maraiche dat deel uitmaakt van de Henegouwse gemeente Esplechin die sedert 1976 gefusioneerd werd met Doornik.  En laat het misverstand dat Gerard de Maraghe een Van Meirhaeghe zou zijn hiermee definitief uit de wereld geholpen zijn.

*       *       *       *       *

 

Tenslotte nog een anekdote waarbij de naam Van Meerhaeghe van levensbelang bleek te zijn. Tijdens de Tweede Wereldoorlog leefde het Joodse meisje Sara Lamhaut (° Brussel, 1931) ondergedoken, o.m. in verschillende Belgische kloosters onder de naam Jeannine Van Meerhaegen.  Onder die schuilnaam deed ze in Wezembeek-Oppem haar Eerste Communie, waarvan een foto op het internet te vinden is. Zij overleefde de Nazi-vervolging, in tegenstelling tot haar ouders die allebei in 1943 in Auschwitz de dood vonden [18]. Waarom zij uitgerekend onze familienaam aannam, is niet geweten.


[1] H. MEIRHAEGHE, Over de schrijfwijze van onze familienaam, ’t Meerminneke, 1987, nr 28, p. 9-13.

[2] GeoNome, Geographic distribution of family names in Belgium, dd. 17.9.2001, HTTP://geonome.metaphor.be/cgi-bin/geonome.pl.

[3] Patronymica Romanica, Université Catholique Liège, dd. 17.9.2001, HTTP://patrom.fltr.ucl.ac.be.

[4] M.GYSSELING & A. KOCH, Diplomatica Belgica, 1950, I, p. 159, nr 62; I, p. 163, nr 63.

[5] A. FAYEN, o.c., p. 65, 11.

[6].A. FAYEN, o.c., p. 116, 2.

[7] C. MARYNISSEN, Departement Linguïstiek, afdeling Naamkunde en Dialectologie, K.U.L., brief 18.1.1977 ; M. GYSSELING, Rijksuniversiteit Gent, brief 13.2.1978; C.TAVERNIER-VEREECKEN, Seminarie Nederlandse Taalkunde en Vlaamse Dialectologie,  Rijksuniversiteit Gent, brief 11.8.1978.

[8] M. GYSSELING, Toponymisch Woordenboek van België, Nederland, Luxemburg, Noord-Frankrijk en West-Duitsland (vóór 1225), 2 delen (1960), dl 1, p 677.

[9] RAG, St.-Pieters, I, 407, f° 10.

[10] D. BOUCKZOONE, De Toponymie van Nukerke – Glossarium, Annalen Geschied- en Oudheidkundige Kring van Ronse en het Tenement van Inde, JB 23, 1974, p. 135-220, nr 518.

[11] K. DE FLOU, Woordenboek der Toponymie, Brugge, 1934, Deel X, p. 434, 290, 291.

[12] M. GYSSELING, Toponymisch Woordenboek van België, Nederland, Luxemburg, Noord-Frankrijk en West-Duitsland (voor 1225). 2 delen (1960), dl 1, p. 687.

[13] F. DEBRABANDERE, Woordenboek van de Familienamen in België en Noord-Frankrijk, Gemeentekrediet, Brussel, 1993, Deel L-Z, p. 954.

[14] Dank aan B. Desmaele, conservator Rijksarchief Doornik, e-mail 5.3.2004, ref. AET-R 8590.

[15] F. DEBRABANDERE, o.c., p 954. citeert enkel de drie door ons vermelde persoonsnamen (Jan, Augustyn, Gerardus) die hij ontleende aan K. De Flou.

[16] Adressaten der Papsturkunden, Regesta Pontificum Romanorum inde ab a. post Christum natum 1198 ad a. 1304, bearb. v. August Potthast, 2 Bde. (ND Graz 1957), Berlin 1874 - 1875. Database van de Universiteit van München; Google: zoekwoord: Gerardus de Maregio.

[17] J. PYCKE, Répertoire biographique des chanoines de Notre-Dame te Tournai, 1080-1300, Louvain-la-Neuve, 1988, p. 271.

[18] The Holocaust Chronicle, www.holocaustchronicle.org